De evacuatie van Hent & Grada Stevens

Op 17 september 1944 woonden Hent en Grada Stevens aan de IJsseldijk, in een huis van Pennekamp, vlakbij de Veerdam. Ze zaten bij Willem Evers in de kelder. Er vielen bommen en hun huis werd getroffen. Maar alleen de geit, vertelde Henk hield er een gespleten oor aan over. Ze kregen eerst bij Dorus Aalbers in de Klapstraat onderdak, samen met hun vijf kinderen. Later kwamen ze bij Berend ten Brinke terecht (de Kraaienhof, zie onderstaande foto), daar werd hun zoon Jan geboren.
In november 1944 moest Hent Stevens meerdere keren met paard en wagen naar Arnhem om daar voor de Duitsers kolen te halen op het spooremplacement. Ze gingen dan meestal met drie wagens en brachten de kolen bij Rekswinkel op de Nieuwgraaf.
Toen Westervoort in november 1944 moest evacueren vertrok het gezin naar Kriesels te Lathum, dat was familie van mevrouw Ten Brinke, de vrouw van Berend. Daar bleven ze tot eind maart 1945. Bij Kriesels waren 30 evacués en er werd om de beurt gegeten. Ze sliepen met 10 personen op één kamer.

Hendrik Stevens en zijn vrouw Grada M. Erdhuizen voor hun woning aan de Rijndijk 25, bij gelegenheid van hun 60-jarig huwelijk in 1994.

De laatste boer op de Kraaienhof was Berend ten Brinke uit Didam. Daarvoor was Willem Beekman eigenaar en bewoner van de Kraaienhof. Daarvoor heeft er ene Weijs gewoond die naar Elst (O.B.) is vertrokken. Beekman heeft de boerderij verbouwd zoals hij er nu uitziet. Hij woonde er samen met zijn zuster. Berend ten Brinke was destijds werkzaam bij Beekman. Hij verhuisde later naar de Kerkstraat/hoek Klapstraat 58. Daar woont nu zijn zoon Henk. De boerderij werd verkocht aan Ad Voorbergen, die er inmiddels niet meer woont. Hij verbouwde het huis tot woonhuis.

Eind maart, begin april 1945 waren de meeste Duitsers vertrokken naar Velp aan de overkant van de IJssel. Maar ca. 4-5 man hielden nog wel de wacht bij enkele boerderijen aan de Lathumse kant. Door de ondergrondse werden deze wachten neergeschoten. Als represaille kwamen de Duitsers ’s nachts terug over de rivier en staken vier boerderijen in brand, waaronder het voormalige huis te Lathum, zie foto hier onder.

Het huis te Lathum, nadat het grootste gedeelte in april 1945 was verwoest; bron: mijngelderland.nl;
foto: Peter van der Wielen.

De familie Stevens vertrok daarna naar Piet Reijmer in Duiven. Op 12 april 1945, toen Arnhem en Velp werden beschoten, moesten ze daar weg. Overal in het Duivense Broek stonden kanonnen opgesteld, zie foto hier onder. Hent en Grada Stevens vertrokken dit keer naar Jan Reijmer in het Duivense Broek. Omdat hun eigen huis verwoest was keerde de familie Stevens terug naar de familie Kriesels in Lathum.

Tanks opgesteld in het Duivense Broek,
april 1945.

Begin april mocht men Westervoort nog niet in. Maar Hent liet zich daardoor niet ontmoedigen. Via Loo wist hij zijn land op de Schans te bereiken en ging daar alvast aan het werk. Na de oorlog woonden Hent en Grada met hun acht kinderen in de Dorpstraat, in een huis van Wieleman. Dit heeft zes jaar geduurd.

In 1951 kregen zij de gelegenheid, met hulp van burgemeester Wiessing, het huis op de Rijndijk 25 te kopen dat destijds eigendom van van slager Leo Siepman, zie eerste foto in dit artikel. Anno 1995 gingen ze wonen op de Mosterdhof 103.

Hent overleed in 1997, Grada in 2002, beiden zijn begraven op de r.-k. kerkhof Werenfriduskerk te Westervoort.

Willem Vlijm

Bron: Kemperman, Harrie; Driemaal de Waay en één keer evacueren, in Bij de Tijd maart 1995