Hans Lamers, sept. 2022
1821: Nieuwe inkomsten voor de gemeente
Elke overheid is steeds opnieuw op zoek naar nieuwe inkomstenbronnen. Zo ook Westervoort, in de eerste jaren van haar gemeentelijke bestaan.
Op ‘Zaturdag 9 Junij’1821 besluit de uit vijf leden bestaande raad van het toen nog geheten Schoutambt Westervoort, dat eigenaren van wilgen, die op gemeentegrond staan, jaarlijks een bedrag als retributie aan de gemeente moeten voldoen. Die eigenaren snoeien elk jaar de bomen, gebruiken het hout en vooral de wilgentenen voor het maken van manden en hebben er dus profijt van. En daarvan mag de gemeente best meeprofiteren, vindt de raad. Die jaarlijkse belasting bedraagt 2 duiten ofwel 1,25 cent voor elke knotbare wilg. Het belastingjaar loopt van augustus tot juli.
Er wordt ook meteen een lange lijst opgesteld van de personen, die aangeslagen worden. Daarop prijkt o.m. de grootgrondbezitter de weduwe Tendering in het Duitse Wezel, die via haar pachters in De Pals wordt aangeslagen voor 154 wilgen; in totaal moet zij dus één gulden en tweeënnegentig en een halve cent gaan betalen, bijna tweemaal het dagloon van een steenfabrieksarbeider. Ook Antoon Bus aan de Bijvanck (nu Klapstraat), tevens raadslid, is de klos: voor 139 bomen moet hij de somma van één gulden vier en zeventig cent betalen.
Maar ja, waar gesnoeid wordt vallen spaanders. Zo ook hier. Al snel komen er bezwaren bij de schout (burgemeester) Gaymans binnen. Sommige mensen worden aangeslagen, terwijl de wilgen op hun eigen grond staan en dat is toch niet de bedoeling! Nee, vind ook de schout. Zo besluit hij om Berend Stegers en Derk de Beijer, die grond en wilgen bezitten in de Berghse Waard, van de lijst te halen omdat ‘de plaats alwaar zich die willigen bevinden geenszins aan de Gemeente, edog aan hen, verzoekers, in privativen eigendom behoort’. Dat scheelt de gemeente wel drie gulden tweeënzestig en een halve cent aan inkomsten! En dat op een begroting van f 881,91 aan inkomsten en f 824,62 aan uitgaven.
Bron: SALD, archief Westervoort, raadsnotulen 1821
Hans Lamers