Hans Lamers, sept. 2022
Kermis in Westervoort begin oktober behoort tot het leven van het dorp. Al sinds decennia.
Maar dat was kort na de bevrijding van 1945 niet zo vanzelfsprekend. Westervoort was zich net aan het herstellen van de oorlogsjaren. Sommigen vonden dat de traditie, die enkele jaren onderbroken was, weer opgepakt kon worden, anderen hadden zo hun twijfels.
De voorbijgegane oorlog een oordeel Gods
De kerkenraden van de Ned. Hervormde Gemeente en die van de Gereformeerde Kerk ‘betreurden het ten zeerste’ dat ‘ook op den Zondag gelegenheid tot kermisvermaak zou worden gegeven’. Immers, dat is ‘een ontheiliging van de zondag, de dag des Heeren.’ Zij schrijven op 22 september 1945 aan het gemeentebestuur dat ‘de voorbijgegane oorlog en de gevolgen daarvan een oordeel Gods zijn voor de wereld vanwege haar zonde en schuld’ En zij hopen dat het College van B&W rekening zal willen houden met velen in Westervoort, ‘voor wie het vieren van Kermis niets anders is dan een aanstoot en ergernis’.
Wel dansen, maar geen kermisattracties?
Een heel ander – zelfs omgekeerd – bezwaar komt van de R.K. Werkliedenvereniging. Zij hebben gehoord dat de kermis niet zou doorgaan maar twee dansavonden voor volwassenen wel. In een brief van 30 september 1945 herinneren zij het gemeentebestuur eraan, dat in omliggende plaatsen de kermis dit jaar wel doorgaat, ‘zelfs in Huisen (sic. HL) welke plaats toch zeker zoo zwaar is getroffen door het oorlogsgeweld als Westervoort’. Dat de mensen geen geld zouden hebben voor het vieren van de kermis, gaat niet op, zeggen de werklieden, want na 2 oktober worden er weer weeksalarissen uitbetaald.
Geldschaarste
Maar het gemeentebestuur geeft geen krimp. Het wijst er in zijn antwoord van 1 oktober op dat geldschaarste wel een rol speelt.
Tientje van Lieftinck
Op 26 september 1945 had minister Piet Lieftinck alle Nederlandse papiergeld ongeldig verklaard in een poging zwarte handel tegen te gaan. Iedereen kreeg een week de tijd om zijn papiergeld naar de bank te brengen met een verklaring hoe het verkregen was. Alleen muntgeld bleef geldig en ook de weeklonen werden die week niet uitbetaald. In plaats daarvan kreeg iedere volwassene hetzelfde bedrag waar men die week van moest rondkomen: vijf biljetten van een gulden en twee van tweeëneenhalve gulden: samen ‘het tientje van Lieftinck’ genoemd. Maar dat was geen cadeau van de staat! Je moest er wel tien gulden van het ongeldig verklaarde oud geld voor inleveren. Pas na die week, op 2 oktober, werden er wee weeklonen uitbetaald en kreeg je het op de bank ‘geparkeerde geld’ – minus tien gulden! – weer terug als dat zuiver bleek te zijn.
Gemeente bezorgd om verkeerd bestede geld…?
Vandaar dat het gemeentebestuur vond dat ‘een uitbreiding der vermakelijkheden voor dit jaar practisch onmogelijk is’. Als de gemeente de kermis wel zou toelaten zou het weinig beschikbare ‘gezuiverde geld’ maar in handen komen van kermisexploitanten in plaats van dat het besteed zou worden aan noodzakelijke kleding en schoenen.
En daar moest Westervoort het mee doen: geen kermis in 1945 wegens geldschaarste tot verdriet van de arbeidersvereniging, maar tot vreugde van de kerkenraden…!
Bronnen: Nw Archief gem. Westervoort, nr 981
Wikipedia: geldzuivering