Door Wim Vlijm
In juli 1971 kreeg Westervoort met een vervelende kakkerlakkenplaag te maken. Wat was het geval? Op de hoek van de Veerdam en de Klapstraat was een vuilnisbelt die enige tijd daarvoor was gesloten en die was afgedekt met een laag aarde. Om alle ongedierte te ‘vernietigen’ werden er tonnen vergif op de vuilnisbelt gespoten.
Aan de omwonenden werden spuitbussen uitgedeeld om de ‘gezondheid van de kakkerlakken te ondermijnen’. Deze aanpak kwam tot stand na overleg met deskundigen en met instemming van de provincie. Wel moest Westervoort er voor zorgen dat het huisvuil op een andere plek gestort werd. Deze nieuwe plek werd bekend als de ‘bult van Putman’. Zo ging dat anno 1971. Het hanteren van de spuitbus was geen succes. Een man (zijn naam is bij de redactie bekend, maar om privacy-redenen niet vermeld). die in de buurt van de vuilnisbelt woonde, had soep gegeten uit een pan die open op het fornuis stond terwijl zijn familieleden met de spuitbus op jacht gingen naar de kakkerlakken. Deze man kreeg ongeveer een half uur na het eten van de soep, braak- en diarree verschijnselen. Deze waren zo hevig dat hij met ernstige vergiftigingsverschijnselen in het ziekenhuis te Arnhem moest worden opgenomen.
De bewoners waren het zat. Ze waren van mening dat de kakkerlakkenplaag eerder toe- dan afnam. Ze protesteerden door een aanhang- wagen vol huisvuil, dat op de vuilnisbelt lag, inclusief kakkerlakken, op de stoep van het gemeentehuis leeg te storten. En het gemeentebestuur? Die stelde deze actie niet op prijs, zie onderstaand krantenbericht.
Volgens deskundigen was deze kakkerlakkenplaag lastig te bestrijden. Zij stelden dat: ‘Pas als het kouder gaat worden zullen de activiteiten van deze aan vocht en warmte gehechte insecten verminderen.’ Het gemeentebestuur werd geadviseerd op de vuilnisbelt met bestrijdingsmiddelen te blijven werken en ook de verstrekkingen van de spuitbussen aan de getroffen huizen voort te zetten. En daar moesten we het dus mee doen.