Kapelaan Kroesen, de evacuatie en zijn verdere loopbaan   

In 1939 werd Antonius G. Kroesen op 25-jarige leeftijd tot priester gewijd. In 1941 kwam hij als kapelaan naar Westervoort. Om onbekende reden werd hij in april 1942 op transport gesteld naar het concentratiekamp Amersfoort. Na vier maanden kwam hij weer vrij, hij werd opgewacht door honderden geloofsgenoten. Ook kapelaan Kroesen ontkwam in november 1944 niet aan de evacuatie. In een interview met Hans Lamers in 1995 vertelde hij dat hij met een groepje mee ging dat onderweg door jachtvliegtuigen werd beschoten. Op een boerenkar zaten, naast het huisraad, een paar kinderen en wonder boven wonder kwamen de granaatscherven in de beddenplanken terecht, maar de kinderen bleven ongedeerd. In het evacuatiedorp Hengelo was het evenmin ongevaarlijk. Ook daar waren honderden inslagen van bommen en granaten. Pastoor Kroesen: ‘In de werkplaats van een elektricien, waarin ik kort tevoren nog geweest was, sloeg op een gegeven moment een granaat in en later zagen we dat een paard een munitiewagen trok, door een Engelse voltreffer dood neerviel. Als de kogel op de munitiewagen was gekomen, zou de ramp in het dorp niet te overzien zijn geweest’.

Kapelaan Kroesen voor zijn huis in Ootmarsum;
bron: mijnstadmijn dorp

Landgoed Zelle, anno 1961;
bron: mijngelderland.nl

De geestelijken probeerden in Hengelo hun parochianen zo veel mogelijk als kudde bijeen te houden. Naast kapelaan Kroesen waren er ook twee missionarissen die eucharistievieringen verzorgden op landgoed Zelle, zie foto hiernaast, dat lag tussen Hengelo en Ruurlo. Dit duurde totdat het landgoed door de Duitsers gevorderd werd. Vanaf die tijd werden de diensten verzorgd in een klaslokaal van de openbare school te Varssel.

Begin april 1945 hadden de Duitsers Westervoort verlaten. Het zou tot eind april duren voordat terugkeer in ons dorp mogelijk was en kapelaan Kroesen zijn taak weer opnam. Hij was lid van de BS (Binnenlandse strijdkrachten) en vanuit deze functie regelde hij de terugkeer van onze inwoners. De r.-k. kerk was een ruïne, de pastorie leeggeplunderd. Maar de kostbare kelken, cibories en andere paramenten van de parochie en het zusterklooster zijn bewaard gebleven doordat ze in een dichtgemetselde nis in de parochie waren opgeborgen.

Naast de schrik en de vertwijfeling over wat ze aantroffen, overheerste bij de meeste inwoners het bevrijdende gevoel het er levend afgebracht te hebben. Men ging aan de slag. Maar ondanks de afwezigheid van militairen loerde het gevaar nog in huizen, straten en in de weilanden. Boobytraps, persoons- en tankmijnen lagen overal verspreid in ons dorp. In juni 1945 gebeurde er iets vreselijks toen 39 tankmijnen in de tuin bij Van Laake ontploften en er zes doden te betreuren waren. Kapelaan Kroesen bood onmiddellijk hulp aan voor de vreselijke gebeurtenis die de familie was overkomen. In bovenvermeld interview, dus 50 jaar later, kon hij zijn emoties daarover nauwelijks de baas.

Openbare school te Varssel, datum: onbekend; bron: oudhengelo.nl

Eind jaren ’40 vertrok kapelaan Kroesen naar Ootmarsum. Daar vierde hij in 1952 zijn koperen jubileum als kapelaan, zie krantenbericht hiernaast. Kort daarop vertrok hij naar Gendt, zie krantenbericht hiernaast. Daarna volgde in oktober 1958 een benoeming in Slagharen, zie krantenbericht hiernaast. Op 23 juli 1964 vierde hij zijn 25 jarig ambtsjubileum.

Twentsch dagblad Tubantia, d.d. 28 januari 1952.

Twentsch dagblad Tubantia, d.d. 15 februari 1952.

Overijsselsch dagblad, d.d. 15 oktober 1958.

Toen Hans Lamers pastoor Kroesen begin 1995 interviewde, was hij met emiraat. Antonius G. Kroesen is op 7 juni 1997 in Gendt overleden en begraven op de begraafplaats aldaar.

Wim Vlijm

Bronnen
 
Lamers, Hans; Kapelaan in oorlogstijd; in Bij de Tijd juni 1995.
Delpher.nl